• Home
  • Blogserie Mededinging: Uitzonderingen van kartels
4 min lezen

Blogserie Mededinging: Uitzonderingen van kartels

Een vraag die vaak voorkomt in het Mededingingsrecht is of bedrijven helemaal geen onderlinge afspraken mogen maken. Zoals we in de vorige blog zagen, is er veel verboden waar het gaat om onderlinge afspraken, maar in sommige gevallen zijn onderlinge afspraken tussen bedrijven wel toegestaan.

In de vorige blog hebben we het gehad over de hardcore kartelafspraken. Deze afspraken hebben een grote invloed op de concurrentie en zijn dus streng verboden. Vandaag kijken we naar de uitzonderingen op de regels omtrent kartelafspraken. Afspraken tussen bedrijven waar een uitzondering op wordt gegeven, zijn zogenaamde softcore kartelafspraken. Deze afspraken hebben veel minder invloed op de concurrentie dan de hardcore kartelafspraken, en zijn dus toegestaan

Bekijk hieronder de video-samenvatting van deze blogpost: 

In het mededingingsrecht zijn er twee uitzonderingen: de Bagatelvrijstelling en de algemene vrijstelling. Deze uitzonderingen worden in het Nederlands recht geregeld in artikel 6, artikel 7 en artikel 15 van de Mededingingswet, (ook wel: Mw.). In het Europees recht worden ze geregeld in artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, (ook wel: VWEU). Naast de Bagatelvrijstelling en de algemene vrijstelling zijn er nog een aantal vrijstellingen die niet in de wet geregeld zijn, maar in verordeningen: ook deze zullen we benoemen.

Bagatelvrijstelling

De eerste soort vrijstelling is de Bagatelvrijstelling. Deze vrijstelling is geregeld in artikel 7 van de Mededingingswet. In dit artikel staan een aantal voorwaarden waaraan het kartel moet voldoen om de vrijstelling te krijgen:

  1. er moeten niet meer dan 8 ondernemingen betrokken zijn;
  2. de gezamenlijke omzet, van het voorgaande kalenderjaar, mag niet hoger zijn dan:
  • 500.000, indien het kartel alleen gericht is op goederen.
  • 100.000, in alle andere gevallen.

Wanneer een van de partijen (een van) de hiervoor genoemde regels overschrijdt, is de vrijstelling alleen geldig, indien:

  1. het gezamenlijke marktaandeel niet groter is dan 10%;
  2. de afspraak de handel tussen lidstaten niet op merkbare wijze slecht kan beïnvloeden.

 De bagatelvrijstelling geldt niet als u afspraken maakt die de handel tussen lidstaten kan beperken. In dat geval gelden de Europese regels. Kartelafspraken zijn volgens het Europees recht toegestaan wanneer:

  1. het gezamenlijk marktaandeel 5% of minder is;
  2. de gezamenlijke totale omzet 40 miljoen of minder is.

Voorbeeld:

De verhuurder van een winkelcentrum spreekt af met een huurder dat zijn winkel de enige groentewinkel in het winkelcentrum mag zijn. In principe is dit een afspraak om de winst van de huurder te verhogen, omdat hij nu geen concurrentie meer heeft binnen het winkelcentrum. Een kartelafspraak dus. De afspraak is echter tussen 2 ondernemingen en hun gezamenlijke omzet zal niet snel boven de 5.500.000 euro komen. Hierdoor heeft de afspraak zo weinig invloed op de concurrentie binnen de totale markt, dat het wordt toegestaan.

De Bagatelvrijstelling is dus van toepassing voor kartels gevormd door kleine bedrijven die samen een klein deel van de totale markt bedienen. Dergelijke kartels krijgen een uitzondering op het kartelverbod, omdat ze niet te veel invloed hebben op de concurrentie als geheel. De kartelafspraken die zij maken, zijn daardoor softcore kartelafspraken.

Fair share: de algemene vrijstelling

Wanneer een onderlinge afspraak tussen bedrijven een situatie creëert waarbij de klant ook baat heeft, maakt een dergelijke onderlinge afspraak gebruik van een algemene vrijstelling van kartelvorming. Hier kan het bijvoorbeeld gaan om goedkopere prijzen voor klanten door efficiëntere productie of verbetering in het product. Deze afspraken worden softcore kartelafspraken genoemd, omdat ze geen negatieve invloed hebben op de klanten. De algemene vrijstelling, ook wel fair share genoemd, wordt in het Nederlands recht geregeld in artikel 6 lid 3 Mw. en artikel 15 Mw.. In het Europees recht regelt artikel 101 lid 3 VWEU deze vrijstelling.

Zowel het Nederlands als Europees recht bevatten dezelfde voorwaarden voor de algemene vrijstelling: Het kartel heeft recht op vrijstelling, indien de kartelafspraken bijdragen aan de verbetering van de productie, distributie of bevordering van de technische of economische vooruitgang. Ook moeten ze een billijk aandeel van de voortvloeiende voordelen aan de gebruikers bieden, dit is het principe van fair share. Het kartel mag de concurrentie in dit proces niet meer beperken, dan noodzakelijk is. Als laatste mogen de afspraken het kartel niet de mogelijkheid geven om de concurrentie uit te schakelen.

Voorbeeld:

Een bedrijf kan de afspraak maken om alleen nog duurzame koelkasten te produceren. Dit kan de kosten van de productie verhogen, waardoor de prijzen van de producten worden verhoogd, om de kosten te betalen. Deze afspraak wordt echter wel goedgekeurd. Dat is omdat de koelkasten minder energie verbruiken, waardoor klanten het voordeel krijgen van lagere elektriciteitskosten. Ook heeft de afspraak geen grote invloed op de concurrentie.

Groepsvrijstellingen Nederland

In Nederland krijgen nog twee soorten kartelafspraken een uitzondering. De eerste is de branchebescherming. Hier gaat het bijvoorbeeld om een overeenkomst tussen een ondernemer in een winkelcentrum en de eigenaar van dat winkelcentrum. Deze afspraak zorgt ervoor dat de eigenaar van het winkelcentrum geen andere ondernemers uit dezelfde branche in zijn winkelcentrum laat vestigen. De tweede is de samenwerkingsovereenkomst in de detailhandel. Hier gaat het om overeenkomsten tussen winkeliers over gezamenlijke reclameacties, marketing en gezamenlijke inkoop. Wanneer er sprake is van branchebescherming of samenwerkingsovereenkomst in de detailhandel, zijn de onderlinge afspraken die gemaakt worden dus vrijgesteld van kartelvorming

Groepsvrijstellingen Europese regelgeving

In het Europees recht zijn nog een aantal vrijstellingen geregeld. Deze vrijstellingen gelden ook in Nederland. De vrijstellingen zijn geregeld in verordeningen, in plaats van in de wet:

  • Vrijstelling voor onderzoek- en ontwikkelingsovereenkomsten: Overeenkomsten waar het gaat om samen onderzoek doen naar producten en de ontwikkeling van die producten.
  • Vrijstelling voor specialisatieovereenkomsten:
    Overeenkomsten waar het gaat om de verbetering van producten.
  • Vrijstelling voor verticale overeenkomsten:
    Overeenkomsten tussen twee lagen binnen dezelfde bedrijfskolom van een onderneming.
  • Vrijstelling voor technologieoverdracht:
    Overeenkomsten waar het gaat het om het overdragen van bijvoorbeeld octrooilicenties, modellen en auteursrecht

Meer informatie over deze vrijstellingen is te vinden op: www.europadecentraal.nl.

Exitstrategie

De overeenkomsten beschreven in deze blog worden de softcore kartelafspraken genoemd. Deze afspraken hebben weinig invloed op de concurrentie en worden dus eerder toegestaan, zolang ze aan de vereisten voldoen. Met deze blog sluiten we het deel over de kartelafspraken af. We zullen in de volgende blog starten met het deel over de clementie. Wilt u meer weten over de boetereductie en de clementie-aanvraag? Lees dan de volgende blogs.